26 jul

Een avond met de vrijwilligers van het Stadsmuseum Woerden – 18 juni 2024

Op 18 juni 2024 hebben de Vrienden van het Stadsmuseum wederom een avond georganiseerd voor de vrijwilligers van het Stadsmuseum Woerden, als dank voor hun inzet voor het museum. Het werd een mooie goed bezochte avond met als hoogtepunt een presentatie van het Landschap in de schilderkunst door onze secretaris  met na afloop gezellige ontmoetingen en gesprekken onder het genot van hapjes en dranken.

Hieronder een sterk verkorte versie van de presentatie.

Het Landschap in de schilderkunst

Eigenlijk is het landschap als zodanig nauwelijks onderwerp van de Europese schilderkunst geweest tot ver in de 16e eeuw.

  1. De eerste landschappen

Pas in de middeleeuwen kunnen we weer iets ontdekken van landschappen, en dan wel als achtergrond bij allerlei godsdienstige of ander taferelen, zoals in de prachtige getijdenboeken Les très riches heures du Duc de Berry van onze eigen gebroeders van Limburg en bij de Vlaamse primitieven (Van Eyck).

In de renaissance gaat  het landschap een steeds meer bepalende rol gaat spelen. Deze tendens zet zich voort in de Vlaamse schilderkunst rond 1500. Rond die tijd ontstaat het zogenaamde wereldlandschap: dit type landschap ligt aan de oorsprong van de landschapsschilderkunst. Karakteristiek is hier het gezichtspunt: de blik van de toeschouwer wordt langs bergen en rivieren geleid. Het zijn de schilders uit Vlaamse contreien die na de val van Antwerpen naar de noordelijke Nederlanden trokken en mede de Hollandse schilder traditie hebben bepaald.

      2. De lage landen

Het is pas in onze eigen lage landen dat het landschap zijn volwaardige plaats als schilderkunstig onderwerp opeist in de vroege zeventiende eeuw. Doordat de reformatie, de nieuwe godsdienst in de lage landen, de afbeelding van God en heiligen verbood, zochten schilders naar nieuwe onderwerpen, zoals het stilleven, het portret en het landschap. Bovendien was er de bijzondere betrokkenheid bij het kwetsbare landschap, met zijn overstromingen en de typische Hollandse weidse luchten, weerspiegeld in het overal aanwezige water en zijn geheel eigen licht.

      3. De Italianisanten

Maar voordien ontstond begin rond 1600 een ander soort landschap in de schilderkunst, één waarin de menselijke figuur verzinkt in dit weidse panorama, zoals we eigenlijk al zien bij Poussin (1594-1665). Daarmee belanden we bij een geheel nieuwe stijl van landschapsschilders, nl. die van de zogenaamd Italianisanten, schilders die vanuit Frankrijk en  de lage landen naar Italië trokken om daar landschappen en ruïnes te schilderen. Bij de italianisanten is sprake van geïdealiseerde landschappen. Dat wil zeggen dat de schilder geen realistische landschap schildert maar één dat aan een bepaald schoonheidsideaal beantwoordt, zoals bij onze eigen Herman van Swanevelt met zijn zacht gouden on-Hollandse licht en een weemoedige lyrische sfeer.

      4. De Nederlandse grootmeesters van het landschap

In Nederland was intussen een geheel ander landschap in zwang, nl. het typische Hollandse landschap met zijn steden en rivieren. Met beroemde schilders zoals Jan van Goyen, Hecules Seghers, Van Ruysdael en Rembrand. Zij geven overigens geen topografische weergave van het landschap, doch eerder composities van losse elementen met vertrouwde thema’s, zoals molens, boerderijen, water en vee. Typerend zijn de lage horizon en het diffuse licht. De zogenaamde gouden eeuw vormt  een absoluut eerste hoogtepunt in de landschapsschilderkunst.

      5. De romantiek

De tweede belangrijke periode vormt de romantiek, die meer dan welke beweging dan ook de schoonheid van de natuur in zijn vele vormen bezingt, zowel in de dichtkunst, muziek als schilderkunst.  In de romantiek zien we  het landschap opbloeien in de schilderkunst, nationaal maar ook internationaal. Bij ons zijn het Schelfhout, Koekoek en Nuyen die representatief zijn voor de Hollandse romantiek. Hoewel Nederlanders en romantiek…. Daar zijn we eigenlijk te nuchter voor.

Ruisdael
Lorrain
Koekoek

    6. Barbizon

In Frankrijk werkten vooral Daubigny, Corot en Rousseau als belangrijke romantische landschapsschilders. In die periode gingen schilders ook meer en meer samen op pad –  het buiten schilderen werd mogelijk door het gemak van een nieuwe uitvinding: verf in tubes –  en vormden als het ware een soort school. Eén de eerste van die scholen vormt de school van Barbizon, een klein dorp in het  bos van Fontainebleau, ten zuiden van Parijs.

      7. Contable, Turner, Friedrich

In Engeland zijn het vooral Constable  en Turner die toonaangevend zijn voor de schilderkunst in de eerste helft van de 19e eeuw. Turner is toch eerst en vooral een grote romantische schilder. Dit geldt nog in sterkere mate voor der Duitse schilder Caspar David Friedrich. Als er een landschapsschilder is bij wie de mens verdwijnt in de ontzagwekkende natuur dan is het deze volstrekt romantische schilder.

      8 .Het impressionisme en de vernieuwers

De belangrijkste vernieuwing van de landschap schilderkunst ontstond in diezelfde jaren in Frankrijk waar de impressionisten zorgden voor een werkelijk revolutie. Het was afgelopen met de exacte, bijkans fotografische weergave van de natuur. In plaats daarvan gaven de schilders hun impressie daarvan weer op een bepaald moment van de dag. Die daar het verst in ging was Claude Monet, die soms een zelfde tafereel op verschillende momenten van de dag schilderde, zoals de kathedraal van Rouen. Wat het landschap betreft zijn vooral Monet en Pisarro de grootmeesters. De doeken van Paul Cézanne  zijn zinderend van licht, maar tevens meer en meer gebaseerd op basisvormen als de cirkel en driehoek. Daarmee is Cézanne in zekere zin de grondlegger van het kubisme. Van Gogh daarentegen schildert geen impressies maar drukt zichzelf uit in zijn landschappen en is daarmee de grondlegger van  een gehele nieuwe beweging in de schilderkunst die vooral in Duitsland veel navolgers zal vinden: het expressionisme.

      9. De Haagse school

Bij ons in Nederland vormt vooral de Haagse school een absoluut hoogtepunt in de schilderkunst van het landschap (eind negentiende eeuw). Deze schilders zijn over het algemeen geen grote vernieuwers, zij situeren zich eerder als laat romantici en werden sterk beïnvloed door de schilders van Barbizon. Later komen ze meer onder de invloed van het impressionisme, maar hanteren dan wel een lichtere toets, maar in tegenstelling tot de Franse impressionisten geven zij geen indrukken weer maar eerder  het oneindige en persistente in de waarneming, die werd opgerekt tot een “oneindig moment”. De schilders zochten inspiratie buiten de zich steeds maar uitbreidende stad Den Haag en waren veelal lid van de Haagse Pulchri studio. Vandaar de naam: Haagse school. Ze zochten hun heil in het typische Hollandse landschap met zijn  plassen, sloten, weiden en boerderijen. De grootmeesters van de eerste Haagse school zijn: Johannes Hendrik Weissenbruch en Paul Gabriel.

      10. De grondleggers van de moderne Nederlandse kunst

We spreken vaak over de eerste, tweede en derde generatie schilders van de Haagse school. Tot de nabloei van de Haagse school (feitelijk de derde generatie) worden onze eigen schilders Leo Gestel en Cornelis Vreedenburgh mede gerekend. Voor de laatste is dat geheel terecht. Vreedenburgh was geen vernieuwer en werd één van de allerbeste schilders van het Hollandse landschap. Gestel was te zeer een vernieuwer en kan eigenlijk nauwelijks tot een soort beweging worden gerekend; hij was bijvoorbeeld ook een tijd lid van de Bergense school. Met Mondriaan en Sluijters was hij één van de vernieuwers van de Nederlandse schilderkunst. Alle drie  overigens ook uitstekende landschapsschilders. In zijn  schilderij  Herfst (1909) is sprake van het luminisme, een beweging in de schilderkunst, waarin het licht centraal staat. Door het felle kleurgebruik zeer verwant aan het fauvisme. Het is werkelijk verbazingwekkend hoe Gestel hier het avondlicht in een landschap nabij Nijmegen het weten te vangen. Hier is een grootmeester aan het werk! En dan zijn werkelijk schitterende kubistische landschappen uit Mallorca.

Herfst – Leo Gestel

      11. Fauvisme en luminisme

Natuurlijk moeten de fauvisten genoemd worden met hun uiterst gewaagde kleurrijke doeken. Matisse uiteraard. In België  valt vooral Maurice de Vlaminck (Fauvisme) op naast Emile Claus.

Matisse

      12. De modernen

De Frans-Russische schilder Nicolaas de Staël maakte indrukwekkende landschappen; hij is nooit geheel abstract; je herkent altijd weer het uitgangspunt. Dat heeft de Woerdense schilder Ido Vundering die zeer door hem werd geïnspireerd, met hem gemeen.

En dan is er altijd nog die onovertroffen dromerige fantastische schilder Paul Klee.

Paul Klee – Landschap

Juni 2024 Frans Lander

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven