Zo’n merkwaardige combinatie van Kaas en Kunst kun je natuurlijk alleen maar in een kaasstad als Woerden aantreffen en wel in het Stadsmuseum Woerden. In het Stadsmuseum vindt momenteel een tentoonstelling plaats onder de titel: Onbeperkt houdbaar, 400 jaar kaas in de kunst
Hiermee slaat het Stadsmuseum twee vliegen in één klap:
er wordt ingespeeld op een thema, dat echt behoort bij onze de stad en
er wordt een boeiende en weinig gecompliceerde kunst tentoonstelling geboden, die iedere Woerdenaar kan aanspreken.
Wat te zien is zijn voornamelijk stillevens, een kunst die vanaf ongeveer het jaar 1400 in zwang kwam; de mensen kregen in die tijd steeds meer aandacht voor de wereld om hen heen, ook voor details, zoals bloemen, schelpen, fruit e.d.
Lange tijd waren stillevens zeer in trek, ook in de lage Landen. Vooral in de Gouden Eeuw waagden vele schilders zich aan dit genre en werden voor deze kunst ook behoorlijke prijzen betaald. In de negentiende eeuw werd daarentegen zeer op dit genre neergekeken. Pas moderne schilders als Van Gogh, Cezanne, Braque en Picasso hebben het stilleven weer in ere hersteld. Ook onze eigen Leo Gestel heeft mooie stillevens geschilderd.
In de huidige expositie gaat het dus vooral om kaas, maar er zijn ook aardige interieur scenes, zoals Man en vrouw aan de maaltijd, van de beroemde 17e eeuwse schilder Gabriël Metsu, uitgeleend door het Rijksmuseum Amsterdam. Een sfeerrijk doek, waarbij kaas en brood niet ontbreken. Het Stadsmuseum is erin geslaagd naast veel hedendaagse schilders ook enkele historische doeken te mogen lenen van andere musea of van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Opvallend is het Stilleven met haringen, brood, kazen en rookwaar van een andere grote schilder uit de Gouden Eeuw, Pieter Claesz. Dit zeer realistische doek is sober van kleur met een opvallend ruimtelijke werking à la Jan Steen. Echt een kleinood en zeker één van de hoogtepunten van de expositie.
Verreweg de meeste schilderijen zijn trouwens zeer realistisch van aard, om niet te zeggen hyper realistisch, maar dat hoort bij dit genre. Soms is er sprake van echte fijnschilders, zoals Stilleven met kaas van de Goudse schilder Ruud Verkerk uit 2012. Ruud, die we kennen als een meester van het stilleven, is in staat met heel weinig kleuren een geraffineerde compositie in geel/groene tinten neer te zetten.
Dit is een heel modern doek, terwijl een andere hedendaagse schilder Pieter Wagemans in zijn Gildenbeker heel donkere bruine kleuren gebruikt. Door het kleurgebruik en de fraaie compositie verwijst het schilderij nadrukkelijk naar de schilderstraditie uit de Gouden Eeuw.
Verstilling vinden we ook in de hedendaagse schilderijen van Heidi von Faber en Roman Reisinger, die in de eerste zaal boven naast elkaar hangen. Terecht want ze tonen veel verwantschap: beide doeken zijn zeer ruimtelijk en uiterst fijn geschilderd; ze stralen rust en verstilling uit, mede door de opvallende donkere achtergrond.
Goede Morgen van Kenne Gregoire uit 2002 valt op door de ongebruikelijke invalshoek: je kijkt als het ware van boven op de ontbijttafel; ook qua kleur en opzet een heel origineel schilderij.
Het meest opvallende schilderij uit de tentoonstelling is van de hand van Brita Seifert: Royal Dinner. (2017). Brita is vooral bekend als surrealistische schilder. Dit doek is buitengewoon geestig met een muis met kroontje en uiteraard een stukje kaas tussen zijn poten. Het doek heeft iets magisch sprookjesachtigs. (zie illustratie).
Ik ben ook zeer gecharmeerd van het doek The Reward van Sylvie Overheul uit 2017. Ze weet in dit doek – een Willink-achtig magisch realistisch portret – heel speels kaas, muis en poes met elkaar op een onverwachte manier te verbinden.
Zeer boeiend weet Debora Makkus in Zonder titel uit 2017 slechts één brokje kaas zeer scherp te doen oplichten; met zo weinig weet ze toch een heel verhaal te vertellen.
De laatste zaal is bijna geheel aan de oudere kunst gewijd: het zijn fraaie traditionele stillevens of genrestukken uit het alledaagse leven van mensen uit voornamelijk de zeventiende eeuw. Er zijn in het museum ook enkele fraaie foto’s van kaas en aanverwanten te bewonderen. Wat me vooral is opgevallen is het grote vakmanschap van de schilders; zij verstaan hun vak als geen ander.
Voor deze bijzondere tentoonstelling is een zeer verzorgd en informatief boekje geschreven door Stephanie Rompa de conservator en Katjuscha Otte, conservator ad interim van het Stadsmuseum en fraai vormgegeven door Nieck Engelhard. Het boekje is gratis beschikbaar.
Iedere rechtgeaarde Woerdenaar zou deze expositie niet mogen missen. Wellicht ook een aanleiding om vriend van het Stadsmuseum te worden (www.vriendenstadsmuseumwoerden.nl)
Frans Lander, secretaris Vrienden van het Stadsmuseum Woerden