De stichting Vrienden van het Stadsmuseum Woerden heeft onlangs, met financiële steun van het VSB Fonds Woerden, een portret van de jonge Leo Gestel door Neel Korteweg aangekocht en in bruikleen geschonken aan het het Stadsmuseum.
Aanleiding daartoe is de indrukwekkende tentoonstelling van 80 portretten van de hand van Neel Korteweg in ons Stadsmuseum.
Het is een goed gelijkend en levendig portret van Leo Gestel. Ter vergelijking is een afbeelding van het zelfportret waar door Neel Korteweg zich waarschijnlijk heeft laten inspireren hieronder afgebeeld. Neel is erin geslaagd een heel getrouwe weergave van Gestel te schilderen. Het portret heeft zoals de meeste portretten van Neel iets mysterieus. Het is Neel er niet om te doen een oogstrelend portret te maken; ze schildert niet het uiterlijk van een persoon; ze probeert de persoon te doorgronden en ons als het ware op te zuigen in het portret. Het unieke van een zelfportret is dat het ons in bepaalde mate onzeker maakt. Wat bedoelt de schilder? Wil hij een bepaald beeld van zichzelf scheppen? In het geval van Neel is de zaak nog gecompliceerder, omdat zij een zelfportret van een andere schilder als uitgangspunt neemt. Daardoor krijgt dit schilderij een extra gelaagdheid, omdat wij het portret nu als het ware zien het door de ogen van een tweede schilder.
Overigens is de tentoonstelling een echte aanrader. In een bepaald opzicht is het geen gemakkelijke expositie. Je begeeft je in een heel bijzondere wereld waarin je allerlei, veelal onbekend mensen ontmoet. Heel vaak zijn het levende mensen, maar in veel gevallen portretteert Neel historische personages, zoals in het geval van Leo Gestel. Je wordt geconfronteerd met het lot en het leven van vele persoonlijkheden. Neel tovert ons geen gladde aantrekkelijke plaatjes, maar is als het ware in de door haar af te beelden personen gedoken; heeft deze personen proberen te ontrafelen en neemt ons mee in de diepe lagen van hun persoonlijkheid. Dat geeft vaak een ongemakkelijk gevoel, zoals in het geval van de blinde vrouw of het Balinese meisje. Je kunt ook alles niet in één keer in je opnemen, daarvoor is het teveel. Mijns inziens was een bescheidenere collectie iets toegankelijker geweest. Vooral de grote wand in zaal I op de eerste verdieping met 26 portretten is bijna te veel van het goede, hoe indrukwekkend het ook oogt op het eerste gezicht. Ik ben al drie keer terug gegaan om elke keer weer nieuwe ontdekkingen te doen, want er valt veel te ontdekken en er zijn pareltjes van portretten.
Dit is een tentoonstelling die tijd vraagt voor bezinning, omdat je zoveel interessante personen ontmoet. Alleen al historische figuren als Luther, Agricola, Newton, Thomas More en Erasmus vergen de nodige tijd. Ze nemen je mee terug in de tijd en bieden je je een inzicht in deze grote personen uit de Europese geschiedenis. Neem nu bijvoorbeeld Luther, die belangrijke kerk hervormer en grondlegger van de Duitse taal. Hier schildert Neel hem op oudere leeftijd, als hij teleurgesteld door zijn mislukte pogingen Joden te bekeren, zich heftig gaat afzetten tegen Joden, in die tijd overigens niet ongebruikelijk, maar waarmee deze ex monnik later de Nazi’s een onaanvaardbaar schaamblad verschaft voor hun joden vervolging. Dit portret alleen al zet je dagen aan het denken. En dat is wat deze expositie met je doet; ze dwingt je na te denken.
Kijk nu eens naar het portret van Hans van Manen; hij komt als het ware vanuit het duister te voorschijn, bijna als een tekening van Giacometti.
Een ander interessant portret– voor mij het hoogtepunt van expositie – is dat van Erasmus, als jongen. Wat een kleuren en een prachtige mise en page. Het is bovendien heel plastisch, bijna gebeeldhouwd. (Neel is van huis uit overigens beeldhouwer).Maar het is vooral ook mysterieus: uit deze jonge man groeit één van de grootste en sympathiekste denkers van de Renaissance. Je leest in dit portret als het ware de denkkracht,de potentie van deze veelbelovende jongen.
Soms treffen we duo portretten, waarbij Neel dezelfde persoon twee maal afbeeldt, zoals Anneke Brassinga winter en Anneke Brassinga zomer. Heel boeiend de twee seizoenen in het gelaat van een personage te kunnen aflezen.
Nog mysterieuzer is Max Holm (duo). Wat een indringende raadselachtige portretten.
De tentoonstelling is tot stand gekomen dank zij een voorstel van Hans van Ommeren, die onlangs is afgetreden als voorzitter van de Vrienden van het Stadsmuseum. Een gebeurtenis waaraan we niet achteloos voorbij kunnen gaan. Binnenkort ontvangen de Vrienden van het Stadsmuseum een uitnodiging voor een officieel afscheid van deze inspirerende, sympathieke en belangrijke cultuurdrager in de Woerdense gemeenschap. U hoort binnenkort van ons.
Maar ga intussen in elk geval deze tentoonstelling zien. In alle opzichten een aanrader!
Namens de stichting Vrienden van het Stadsmuseum,
Frans Lander, secretaris