16 jan

“Tuinen van verbeelding” Vriendenmiddag 12 januari 2020

Tuinen van verbeelding

Op zondag 12 januari komt een flinke schare Vrienden van het Stadsmuseum Woerden naar het Stadsmuseum. De 50 aanwezigen begeven zich naar de mooie Vroedschapszaal voor een inleiding over de impressionist bij uitstek, de schilder Claude Monet door Leon Daemen, dit naar aanleiding van de expositie van de Tuinen van verbeelding  in het Kunstmuseum van Den Haag. Het wordt een buitengewoon interessante, levendige en zeer gewaardeerde inleiding over het oeuvre van deze grote schilder.

De in Parijs geboren Claude Monet ontwikkelt zich onder invloed van zijn  grote voorbeelden Eegène Boudin en de Nederlands-Franse schilder Jongkind tot een zeer vakkundig schilder.

Tijdens zijn studie  (1862) maakt hij kennis met andere toekomstige impressionisten zoals Degas en Renoir. Maar het is vooral met de schilder Frédéric Bazille, waarmee hij een nauwe vriendschap ontwikkelt en bij wie hij ook een tijd inwoont. In die periode leert hij ook Camille Doncieux kennen die niet alleen zijn model zou worden maar vooral zijn vrouw en moeder van zijn kinderen.

Hoewel Monet dan nog redelijk traditioneel schildert werkt hij veel buiten, onder meer in aan de stranden van Normandië en hanteert een nogal vrije penseelstreek. Door de dreiging van de Frans-Duitse oorlog van 1870 verhuist Camille – inmiddels gehuwd – met zijn vrouw naar Londen, waar hij sterk wordt beïnvloed door Engelse schilders, vooral door Turner.

Zijn al zeer impressionistisch werk uit die tijd, zoals de schilderijen van het parlementsgebouw van Londen,  getuigt daarvan.

Terug in Parijs wordt zijn werk steeds geweigerd door de grote officiële  Franse Salon. Daardoor zal hij met zijn impressionistische vrienden gaan exposeren in een aparte tentoonstellingsruimte, later de Salon des Réfusés genoemd. Tijdens die expositie ontstaat ook de naam van de eigen schilderstijl naar aanleiding van een doek van Monet Impression soleil levant (1872).

Hij kan zich dan dank zij een erfenis reizen veroorloven onder andere naar Zaandam.

Vervolgens vestigt hij zich in Argenteuil, nabij Parijs. In die periode ontwikkelt hij zich tot de grote impressionist met doeken als de Regatta in Argenteuil (1872) en het station van Saint Lazare. Hij verkoopt dan al menig doek via de kunsthandelaar Durand-Ruel.

Zijn werk wordt nu meer en meer karakteristiek voor het impressionisme, door de zeer vrije penseelstreek, de verbeelding van het kortstondige moment van de dag, de sensatie van het licht en beweging en door het gebruik van complementaire kleuren in losse toetsen naast elkaar, hetgeen later tot de extreme vorm van het pointillisme zal leiden.

In de laatste periode van zijn leven (1883-1926) vestigt Monet zich in een klein plaatsje Giverny  in het departement van de Eure, in een groot voormalig ciderpershuis. Hij zal dit huis later kopen en de tuin veranderen in een prachtig lustoord. De tuin en vooral de later aangelegde Japanse tuin met de beroemde waterlelies zullen in zijn laatste jaren zijn voornaamste inspiratiebron vormen.

In de jaren 1888-1992 ontstaan de bekende series schilderijen van de Populieren en de Cathédrale de Rouen, waarbij Monet  hetzelfde onderwerp schildert in steeds een ander daglicht.

Monet is – na het overlijden van Camille inmiddels gehuwd met Alice Hoschedé – in die periode succesvol en verkoopt veel schilderijen vooral aan Amerikanen.

Inmiddels wijdt Monet zich vooral aan zijn waterlelies. Vanaf 1925 werkt hij aan de grote serie Les Grandes Décorations. Deze imposante en grote werken zijn thans te zien in de Orangerie in de tuinen van de Tuilerieën in Parijs. Dit bijzondere werk krijgt aanvankelijk weinig waardering; het zijn weer de Amerikanen die belangstelling tonen voor dit werk. Het latere abstract aandoende werk van Monet wordt een inspiratiebron voor moderne schilders als Newman en Pollock.

Op 5 december 1926 overlijdt Monet op 86 jarige leeftijd. Claude Monet staat thans meer dan welke schilder ook symbool voor de Frans impressionisten.

Tussen de bedrijven door heffen de vrienden het glas op het nieuwe jaar en na afloop van de lezing genieten ze nog na van de boeiende inleiding in levendige conversaties, waarbij de beide voorzitters nog wijzen op de plannen voor de mogelijke uitbreiding van het Stadsmuseum met de voormalige Mariaschool.

(Frans Lander)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven