Zondagmiddag 18 februari togen vele vrienden van het Stadsmuseum naar ons mooie museum aan het Kerkplein om kennis te maken met een bijzondere schilder Roman Reisinger.
Aanleiding daartoe vormde de expositie Onbeperkt houdbaar, 400 jaar kaas in de kunst. Op deze tentoonstelling was ook een prachtig stilleven van Roman te bewonderen.
De creatie van dit geëxposeerde stilleven met kaas en wijn vormde dan ook het onderwerp van de inleiding van Roman Reisinger.
Roman Reisinger woont in Gorssel vlak naast het nieuwe museum Moore. Roman, geboren in 1970, was aanvankelijk als all round creator werkzaam in de reclame wereld. Zijn vader en de streek waar zijn vader woont, de Lot en Garonne (Frankrijk) inspireerden Roman zich toe te leggen op een bijzondere tak van de schilderkunst: het Stilleven. Roman doet dit geheel in de traditie van de grote Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw. Hij is volledig autodidact, leerde het vak deels kennen via zijn vader en ontpopte zich als een volleerd fijnschilder, met een scherp oog voor detail en realistische perfectie. Samen met zijn echtgenote exploiteert hij een eigen galerij in Gorssel.
De aanwezige toehoorders kregen tijdens het betoog van Roman een overzicht van zijn minutieuze werkwijze. Roman deed dit aan de hand van de verschillende fases van het scheppingsproces van het tentoongestelde doek: de opzet en compositie, de balans, de ondergrond, de kleuren, de afwerking en het inlijsten. Hij werkt uitsluitend met olieverf.
Uit de inleiding bleek met welk geduld de kunstenaar werkt; aan het onderhavige schilderij heeft hij maanden gewerkt. Hierbij ging het om een opdracht waarin een bepaalde soort wijn (ik meen een château uit de Médoc) centraal moest staan.
Eerst maakte Roman een aantal concepten (zeg maar proefopstellingen) waaruit een keuze is gemaakt. Daarbij is een uitgekiende en uitgebalanceerde opzet van groot belang. Ieder detail doet er toe. Bevredigt de compositie dan wordt eerst een schets gemaakt en wordt daarna de ondergrond aangebracht. In dit geval wordt de donkere achtergrond van het doek mede bepaald door een rode onderlaag, die een bepaalde gloed verleent aan de later aangebrachte donkere achtergrond, hetgeen bovendien een geraffineerd perspectief oplevert. Vervolgens worden de voorwerpen zorgvuldig uitgewerkt; licht en schaduw, de weerspiegelingen, de doorzichtige structuur van het glas, de gloed van de wijn in het glas, het warme geel van de kaas, het buitengewoon ingewikkelde etiket van de wijnfles, alles wordt met de grootst mogelijke precisie uitgewerkt.
Tenslotte volgt de afwerking van het schilderij met inbegrip van de passende donkere lijst met een gouden bies. Een echt monnikenwerk waaraan de kunstenaar, naar zijn zeggen, overigens veel voldoening beleeft.
Roman gaf eerlijk toe een echte broodschilder te zijn; hier geen overbodige artistieke kapsones, maar eerder een rasechte vakman zoals onze schilders uit de Gouden Eeuw. Roman verdient letterlijk zijn brood en inkomen met zijn werk, dat veelal in opdracht geschiedt en waarvoor dan ook passende prijzen worden gevraagd.
Bewonderenswaardig zijn het eerlijke, ongekunstelde vakmanschap, het geduldige monnikenwerk en vooral het scherpe oog van de kunstenaar voor de evenwichtige compositie en de fijnzinnige details.
Na de inleiding stelden de aanwezigen nog tal van vragen over het werk, waarop de Roman duidelijk en bevredigend wist te antwoorden. Nee, hij werkt liever niet aan de hand van foto’s. Het gaat uit van de reële werkelijkheid, ook al levert dat soms problemen op, zoals de niet meer fris ruikende vis (“Dan zet ik het raam open”), of de verwelkende bloemen, want hij maakt ook prachtige bloemstillevens. Zo heeft hij een Delfts blauwe tulpenvaas met tulpen geschilderd voor de firma De Blauwe Fles uit Delft. Zoals gezegd, hij werkt niet via een kunsthandel of galerie; samen met zijn vrouw regelt hij geheel zijn eigen bedrijf.
De voorzitter van de Vrienden van het Stadsmuseum, Dick Launsbach, bedankte de kunstenaar hartelijk voor zijn boeiende betoog mede namens alle aanwezigen, waaronder een groep van de Ronde Tafel Woerden, die onlangs een actie voor het Stadsmuseum heeft gevoerd. Het bijeengebrachte geldbedrag komt ten goede aan de inrichting van de zolder van het Stadsmuseum. Eén van de aanwezige vrienden wees er nog op dat hij de nagezonden herinnering aan de bijeenkomst via de mail zeer op prijs heeft gesteld. Dit blijkt te werken en verdient derhalve traditie te worden.
De voorzitter maakte van de gelegenheid ook gebruik om te melden dat de Vrienden van het Stadsmuseum in de helft van kosten van de mooie nieuwe Gestelkamer hebben bijgedragen. Voorts vermelde hij alvast de data van de volgende vriendenbijeenkomsten, te weten 13 mei, 9 september en 11 november 2018, waarna de aanwezigen nogmaals van de tentoonstelling konden genieten en van de onvermijdelijke hapjes en drankjes, alsmede van een geanimeerde conversatie met andere kunstvrienden.
Frans Lander, secretaris van de Vrienden